Met twee recente beslissingen geeft privacywaakhond Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) meer mogelijkheden voor marketeers. Zij kunnen reclame sturen naar niet-klanten, zelfs naar adressen of nummers die publiek zijn verzameld.‘
Met
een recente beslissing gaat
GBA in tegen een klacht van iemand die bijna twee jaar na het opzeggen van een (niet nader gedefinieerd) digitaal abonnement nog direct marketing krijgt. Volgens de GBA is die periode van twee jaar nog aanvaardbaar. De GBA schat dat als een niet-zo-oude relatie in, verwijzend naar de
eigen aanbevelingen rond direct marketing, en meer bepaald artikel 168 daarin.
‘Vreemd’, zo omschrijft Bart van Buitenen, directeur van Dasprive vzw, deze beslissing die gebeurde door de Geschillenkamer van de GBA. ‘In diezelfde aanbeveling staat dat de uitzondering voor het zogenaamde soft opt-in, dus gerechtvaardigd belang in plaats van toestemming, enkel kan gelden voor bestaande klanten’, oppert hij. Maar de Geschillenkamer van de GBA vindt dus dat bijna twee jaar na het klant zijn dus ook nog kan. ‘Als ik zelfs een jaar na beëindigen van de dienst nog reclame zou krijgen, ga ik dat al snel zeer storend vinden’, stelt van Buitenen.
Publieke adressen of nummers
Overigens is dit niet de enige beslissing die marketeers meer mogelijkheden geeft rond direct marketing. Een tijd geleden was er ook al
een beslissing waar de GBA besloot dat gegevens die publiek verzameld zijn, zoals e-mail- en mobiele nummers van een zaakvoerder, voor direct marketing kunnen worden gebruikt. ‘Ook al heeft die persoon geen enkele link met het bedrijf dat reclame stuurt’, vult van Buitenen aan. ‘Een beslissing die volgens mij regelrecht ingaat tegen de bestaande richtlijnen en e-privacy.’
Opvallend is tenslotte, zo merkt van Buitenen op, dat deze twee discutabele beslissingen van de Geschillenkamer van de GBA telkens zijn genomen als de voorzitter van die Geschillenkamer alleen zetelde.